The commons way of life in Ecovillage Boekel

– – –  S C R O L L   D O W N   F O R   E N G L I S H   – – –

 

Voor ons onderzoek, in samenwerking met Novum, naar de toekomst van de Nederlandse bestaanszekerheid en welke rol de commons daarin kunnen spelen, spreken we met mensen die de idealen van het commons-gedachtengoed in de praktijk brengen. Die verhalen delen we ook met jullie. Vandaag: Ecodorp Boekel.

Smeltende gletsjers

Een Ecodorp is een zo duurzaam en zelfvoorzienend mogelijke dorpsgemeenschap. Het Ecodorp is de Nederlandse variant op de Ecovillages die over de hele wereld te vinden zijn. Waarom start je een Ecodorp? Ad Vlems, initiatiefnemer van het Ecodorp in Boekel, vertelt hoe dat ging: “Er kwam een onderzoek uit waaruit bleek dat alle gletsjers wereldwijd aan het smelten waren. Ik zei tegen mijn vrouw: ‘ik vind dat we duurzamer moeten gaan leven en anderen inspireren om ook duurzaam te leven.’ En toen hebben we het initiatief van het Ecodorp opgestart.”

Hoewel elk Ecodorp, net als iedere bewoner van een Ecodorp, zijn eigen specifieke motivaties kent, vormen duurzaamheid, zelfvoorzienendheid en gemeenschap meestal de rode draad. Ad vertelt dat “de groep die we [in Boekel] nu hebben bestaat uit mensen die allemaal duurzaam willen leven. En die echt in een gemeenschap willen leven: op elkaars kinderen passen, samen aan het Ecodorp bouwen, samen de moestuin doen.”

In Boekel wordt gewerkt aan de praktische uitwerking van de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties. Op alle 17 doelen proberen de inwoners zo vooruitstrevend mogelijk te zijn. “Omdat, als je dan toch een nieuw soort samenleving gaat maken, je het beter meteen helemaal goed kan doen”, vertelt Ad.

Een belangrijk doel is niet alleen zelf zo vooruitstrevend mogelijk te bouwen, leven en werken, maar dit ook uit te stralen naar buiten: het zogenaamde ‘SDG House’ in Ecodorp Boekel wordt een plek waar praktische kennis kan worden uitgewisseld en mensen kunnen leren over duurzame oplossingen en de SDG’s. Zo zegt Ad: “De opgave om aan deze duurzame doelstellingen bij te dragen komt in de praktijk niet echt aan bij burgers. Wij willen door middel van het SDG House mensen handvatten geven.”

Voor altijd een Ecodorp

Naast alle ambities op duurzaam en sociaal vlak is het Ecodorp natuurlijk ook gewoon een plek om te wonen. Een juridische constructie helpt voorkomen dat de huur onbetaalbaar wordt én dat het Ecodorp ooit verkocht wordt. Het land waar het dorp op gebouwd is, is eigendom van een ‘vastgoedvereniging’ met twee leden: de bewonersvereniging en Vrijcoop, een vereniging van verschillende wooncoöperaties zoals Ecodorp Boekel. Bewoners huren van de vastgoedvereniging, en de bewonersvereniging is samen met Vrijcoop eigenaar van het vastgoed. “Bij beslissingen over verkoop hebben VrijCoop en de bewonersvereniging een veto-recht. Daarom zullen het altijd sociale huurwoningen blijven”, zegt Ad.

De juridische constructie zorgt ervoor dat de bewoners van het Ecodorp volledige autonomie hebben over land en huis. Ook de interne organisatiestructuur van het Ecodorp is gericht op zo laag mogelijke verantwoordelijkheid: “De verantwoordelijkheid van de organisatie wordt zo laag mogelijk neergelegd. Het is een vlakke organisatie. De organisatie wordt gezien als een cirkel met subcirkels. Elke cirkel heeft een doel. Het doel van het Ecodorp is zorgen voor een grotendeels zelfvoorzienend Ecodorp. En elke cirkel die daaronder zit heeft een doel dat het hoofddoel ondersteunt”, vertelt Ad. De metafoor van een cirkel is met opzet tegenovergesteld aan een driehoek, die, hoe je hem ook draait, altijd een ‘top’ heeft. Cirkels hebben geen toppen: elke bewoner in het Ecodorp is gelijkwaardig en heeft een gelijke stem.

Holarchie

De cirkelstructuur staat centraal bij het organisatiemodel van het Ecodorp: ‘holarchie’. Er zijn teams, de ‘subcirkels’, die een duidelijk doel hebben en volledige autonomie in hoe ze dat doel gaan behalen. Holarchie is actiegericht: tijdens bijeenkomsten stuurt het proces aan op concrete voorstellen en volgende stappen. Tijdens een bijeenkomst van de hoofdcirkel, bijvoorbeeld, doen de subcirkels voorstellen en kan er alleen bezwaar worden ingediend wanneer kan worden aangetoond dat het voorstel nadelig is voor het Ecodorp. “Het leuke van holarchie is dat de bezwarenronde een protocol heeft. Als je een bezwaar indient omdat je zegt: ik vind dit geen goed voorstel, dan is dat onvoldoende. Je moet aan kunnen tonen door argumenten dat dit slecht zou zijn voor het Ecodorp als het door zou gaan.” Omdat iedereen het recht op bezwaar heeft, hebben alle bewoners een gelijke stem, zowel binnen de hoofd- als de subcirkels.

Gelijke stem betekent niet dat iedereen ‘gelijk’ is. Binnen subcirkels hebben leden bijvoorbeeld een of meerdere ‘rollen’ en werken ze samen aan het doel van de subcirkel. Ook kan elke bewoner van het Ecodorp zelf kiezen voor de subcirkel die het best bij hem of haar past, zoals cirkel Bouwen, cirkel Financieel, cirkel Tuin of cirkel Verbinding. De keuzes voor cirkels en rollen is voor iedereen anders en hebben te maken met iemands ‘kernkwaliteiten’. Hoevéél je je kernkwaliteiten inzet, en hoeveel je dus werkt voor het Ecodorp, is wél vastgelegd in een algemene regel. Ad: “Iedereen hier verplicht zich tot twee dagen in de week vrijwillig meewerken aan de ontwikkeling van het Ecodorp. De meeste mensen gaan over die twee dagen heen. Omdat het hun eigen woonplek betreft, en ook omdat het zo’n breed project is, iedereen kan doen wat die leuk vindt om te doen, en waar zijn of haar kernkwaliteiten liggen. Iedereen heeft kernkwaliteiten: dat is een kwaliteit die, wanneer je die uitoefent, jou energie oplevert.”

Een gemeenschappelijk doel

“Het leven in het Ecodorp is een soort leven in het kwadraat: je maakt best veel mee”, vertelt mede-initiatiefnemer Monique Vissers. Daarom heeft het dorp een uitgebreide introductieperiode waarbij goed gekeken wordt of het klikt tussen het huidige en toekomstige bewoners. In de woorden van Ad: “Je moet zorgen dat mensen langzaam binnenkomen en snel vertrekken.” De introductie bestaat uit een infomiddag over het Ecodorp, een lange vragenlijst, vier meehelpdagen en een intake met vier ervaren bewoners. Hierbij staan drie vragen centraal: “Het is best een heftig leven, dus kan iemand het leven in het kwadraat aan? Kan deze persoon het fysiek aan, het werk, buiten in de bouw en op het land? En tenslotte: staat deze persoon achter het projectplan? Die is heel belangrijk. Dat is de basis van het hele project.”

De laatste vraag gaat over het gemeenschappelijk doel van het Ecodorp. De neuzen moeten op een fundamenteel niveau dezelfde kant opstaan, daarbij valt of staat ‘het hele project’. Als je het eens bent over de grote lijnen, is er ruimte voor vertrouwen en eigen inbreng en initiatief: bewoners zijn overtuigd dat het werk en de beslissingen in de subcirkels bijdraagt aan de zelfvoorzienendheid en duurzaamheid van het Ecodorp als geheel. “Mensen komen hier met allerlei redenen binnen. De een voor het groen en de ander voor de innovatie. Maar het belangrijkst is dat ze achter de visie staan. Dat is wel echt een basis. Je mag kiezen wat voor jou, voor iedereen is iets anders belangrijk, maar die visie is wel echt van ons.”

“De basis is vertrouwen”

Vertrouwen is een belangrijke factor binnen het Ecodorp. Er zijn maar een paar regels, en dus moeten bewoners van elkaar op aan kunnen dat ze niet tegen- maar meewerken. Vertrouwen wordt in het Ecodorp op twee manieren gekweekt: aan de ene kant zorgt het gemeenschappelijke doel binnen het dorp en de cirkels voor vertrouwen, vertelt Ad: “De basis is vertrouwen. Je vertrouwt dat die mensen niet voor niks in die cirkel zijn gaan zitten, maar dat ze zich betrokken voelen bij dat onderwerp en zich erin hebben verdiept.” Aan de andere kant is er het toetredingsproces. Toetreding tot het Ecodorp kent in principe geen harde criteria: persoonlijkheid of ervaring zijn bewust géén criterium voor toekomstige bewoners van het Ecodorp.

Zo wonen er bijvoorbeeld niet alleen maar hele sociale mensen in het Ecodorp, maar ook mensen die veel op zichzelf zijn en minder sociale behoeftes hebben. Toch kijkt de groep wel naar of iemand geschikt is voor groepsdynamiek en bijvoorbeeld niet te dominant is. Ad: “Ik heb nee gezegd omdat als je een heel dominant persoon in de groep krijgt, dan zijn het de introverte of hele gevoelige, die het eerste weggaan.” Bij beslissingen over toetreding moeten alle bewoners positief staan tegenover de nieuwe bewoner. Het resultaat tot nu toe is een diverse – in culturele, professionele en demografische zin – groep volwassenen van tussen de 30 en 67 jaar met 12 tot 14 kinderen.

Verbinden en zingeven

Het vertrouwen in de groep is niet alleen handig om efficiënt te werken en sneller vooruit te komen. Het is ook nauw verbonden met verbinding en zingeving. Een van de voordelen van wonen in een Ecodorp is volgens de bewoners het ‘dorpsgevoel’. Monique: “Mijn moeder vond het vroeger fantastisch in de tuin. Je had contact met de buren, je ging met ze klaverjassen, er was verbondenheid. Dat is hier in het Ecodorp ook.” De bewoners van het Ecodorp dragen een collectieve verantwoordelijkheid over het wel en wee van het dorp. Monique relateert dit ook aan zingeving: “Je bent zelf voor een deel het huis aan het bouwen. Omdat we van alles zelf aan het uitproberen en bouwen zijn draagt dit bij aan het gevoel van zingeving.” Het dorpsgevoel zorgt niet alleen voor zingeving, maar ook voor een stuk veiligheid.

De kleinschaligheid van het Ecodorp zorgt ervoor dat iedereen elkaar goed kent. En dat nieuwkomers makkelijk worden gespot, vertelt Monique. “Je bent met 30 huishoudens. Als er een vreemde het dorp in komt, want we hebben continu bezoek, dan is het meteen dat mensen vragen ‘wat is dat voor gast, wie is dat?’. ‘We zorgen voor elkaar, praktisch, sociaal, financieel, en op lange termijn, ook in voedselzekerheid.” Met dat laatste doelt Monique op een idee voor de toekomst: een fonds om bewoners voor hun werk in het Ecodorp te betalen. “Alles wat we aan inkomsten [ondernemingen] hebben doen we in een pot. Daaruit betalen we iedereen, onafhankelijk van wat voor soort werk ze doen, maar op basis van het aantal uren dat ze werken.”

 

 

– – [ E N G L I S H ] – –

For our research, in collaboration with Novum, into the future of Dutch social security and what role the commons can play in this, we are talking to people who put the ideals of the commons into practice. We also share these stories with you. Today: Ecodorp Boekel.

Melting glaciers

An Ecovillage is a village community that is as sustainable and self-sufficient as possible. The Ecodorp is the Dutch version of the Ecovillages that can be found all over the world. Why do you start an Ecovillage? Ad Vlems, initiator of the Ecodorp in Boekel, explains how it went:”‘A study showed that all the glaciers around the world were melting. I said to my wife: ‘I think we should start living more sustainably and inspire others to live sustainably as well’. And that’s when we started the Ecovillage initiative.”

Although each Ecodorp, like every inhabitant of an Ecodorp, has its own specific motivations, sustainability, self-sufficiency and community usually form the common thread. Ad says that “the group we [in Boekel] now have consists of people who all want to live sustainably. And who really want to live in a community: look after each other’s children, build the Ecodorp together, do the vegetable garden together.”

Boekel is working on the practical implementation of the United Nations Sustainable Development Goals. On all 17 goals the inhabitants try to be as progressive as possible. “Because if you’re going to make a new kind of society, it’s better to do it right away,” says Ad.

An important goal is not only to build, live and work in as progressive a way as possible, but also to radiate this to the outside world: the so-called ‘SDG House’ in Ecodorp Boekel will be a place where practical knowledge can be exchanged and people can learn about sustainable solutions and the SDGs. Ad says: “The task of contributing to these sustainable objectives does not really reach citizens in practice. By means of the SDG House, we want to give people tool.”

Forever an Ecovillage

In addition to all its ambitions on a sustainable and social level, the Ecodorp is of course also just a place to live. A legal construction helps prevent the rent from becoming unaffordable and the Ecodorp from ever being sold. The land on which the village is built is owned by a ‘real estate association’ with two members: the residents’ association and Vrijcoop, an association of various housing cooperatives such as Ecodorp Boekel. Residents rent from the real estate association, and the residents association owns the real estate together with Vrijcoop. In decisions about sales, VrijCoop and the residents’ association have a veto right. That’s why it will always remain social housing, says Ad.

The legal construction ensures that the residents of the Ecodorp have complete autonomy over land and house. The internal organizational structure of the Ecodorp is also aimed at the lowest possible responsibility: “The responsibility of the organization is laid down as low as possible. It is a flat organisation. The organisation is seen as a circle with subcircles. Each circle has a purpose. The goal of the Ecodorp is to create a largely self-sufficient Ecodorp. And every circle below it has a goal that supports the main goal”, says Ad. The metaphor of a circle is deliberately opposite to a triangle, which, no matter how you turn it, always has a ‘summit’. Circles have no summits: every inhabitant of the Ecodorp is equal and has an equal voice.

Holocracy

The circular structure is central to the organizational model of the Ecodorp: ‘holocracy’. There are teams, the ‘subcircles’, that have a clear goal and full autonomy in how they are going to achieve that goal. Holocracy is action-oriented: during meetings the process is directed towards concrete proposals and next steps. During a meeting of the main circle, for example, the subcircles make proposals and objections can only be made if it can be demonstrated that the proposal is detrimental to the Ecodorp, says Ad. “The objection round has a protocolf: if you file an objection because you say: I don’t think this is a good proposal, that’s not enough. You have to be able to prove by arguments that this would be bad for the Ecodorp if it were to go ahead”. Since everyone has the right to object, all residents have an equal voice, both within the main and subcircles.

An equal voice does not mean that everyone is ‘equal’. Within subcircles, for example, members have one or more ‘roles’ and work together for the purpose of the subcircle. Every inhabitant of the Ecodorp can also choose the subcircle that suits him or her best, such as circle Building, circle Financial, circle Garden or circle ‘Connection’.

The choices for circles and roles are different for everyone and have to do with someone’s ‘core qualities’. How much you use your core qualities, and how much you work for the Ecodorp, is laid down in a general rule, says Ad. “Everybody here commits to two days a week of voluntary participation in the development of the Ecodorp. Most people commit more than those two days. Because it’s their own place to live, and also because it’s such a broad project, everyone can do what they like to do, and where their core qualities lie. Everyone has core qualities: that’s a quality that, when exercised, gives you energy.”

A common goal

“Life in the Ecodorp is a kind of life squared: you experience quite a lot”, says co-initiator Monique Vissers. That’s why the village has an extensive introductory period during which we look closely at whether it clicks between the current and future residents. In the words of Ad: “You have to make sure that people enter slowly and leave quickly”. The introduction consists of an information afternoon about the Ecodorp, a long questionnaire, four help days and an intake with four experienced residents. Three questions are central: “It’s quite a tough life, so can someone handle life squarely? Can this person cope physically, at work, outside in construction and on the land? And finally: does this person support the project plan? It is very important. That’s the basis of the whole project.”

The last question is about the common goal of the Ecodorp. The noses have to be in the same direction on a fundamental level, and ‘the whole project’ stands or falls. If you agree on the broad outlines, there is room for trust and personal input and initiative: residents are convinced that the work and decisions in the subcircles contribute to the self-sufficiency and sustainability of the Ecodorp as a whole. “People come in here for all sorts of reasons. One for the greenery and the other for the innovation. But the most important thing is that they support the vision. That really is a basis. You can choose what you like, something else is important to everyone, but that vision really belongs to us as a group.”

“The basis is trust”

Trust is an important factor within the Ecodorp. There are only a few rules, and so residents must be able to rely on each other to cooperate rather than against each other. Trust is cultivated in the Ecodorp in two ways: on the one hand, the common goal within the village and the circles create trust, says Ad: “The basis is trust. You trust that those people have not sat down in that circle for nothing, but that they feel involved in that subject and have studied it in depth.” On the other hand, there is the accession process. In principle, joining the Ecodorp has no hard criteria: personality or experience are deliberately not a criterion for future residents of the Ecodorp.

For example, not only very social people live in the Ecodorp, but also people who are a lot on their own and have fewer social needs. Nevertheless, the group does look at whether someone is suitable for group dynamics and, for example, is not too dominant. Ad: ‘I said no because if you get a very dominant person in the group, it’s the introverted or very sensitive ones who leave first. All residents must be positive towards the new resident when making decisions about joining. The result so far has been a diverse – in cultural, professional and demographic terms – group of adults aged between 30 and 67 with 12 to 14 children. It all depends on how you count.

Connect and give meaning

Trust in the group is not only useful for working efficiently and moving forward faster. It is also closely connected and meaningful. One of the advantages of living in an Ecodorp is, according to the residents, the ‘village feeling’. Monique: “My mother used to love the garden. You had contact with the neighbours, you went with them clover coats, there was connection. That’s what it is here in the Ecodorp too.” The residents of the Ecodorp carry a collective responsibility for the ups and downs of the village. Monique also relates this to meaning: “You are partly building the house yourself. Because we are trying out and building all kinds of things ourselves, this contributes to the sense of meaning.” The village feeling not only provides meaning, but also a piece of security.

The small scale of the Ecodorp ensures that everyone knows each other well. And that newcomers are easily spotted, says Monique. There are 30 households. If a stranger comes into the village, because we have constant visitors, it is immediately that people ask  what kind of guest is that, who is that?. We take care of each other, practically, socially, financially, and in the long run, also in terms of food security.  By the latter Monique means an idea for the future: a fund to pay residents for their work in the Ecodorp. “Everything we have in terms of income [enterprises] could be put in a collective pot. From this we pay everyone, regardless of what kind of work they do, but based on the number of hours they work.”