Tijd om het groeiparadigma te ontmantelen. In deze artikelreeks ‘Een Reactie op degrowth critici’ besreekt programamcoördinator van ons Degrowth and Caring Economie Programma, een aantal kernargumenten om te blijven geloven in het groeinarratief.
In deel één legde ze uit wat groei is en wat het niet is, en betoogde ze dat we meer economische groei niet langer moeten verwarren met meer welzijn. In deel twee legde zij uit waarom groene groei een gevaarlijke illusie is die onze inspanningen voor een duurzame en rechtvaardige wereled belemmert. In deel drie besprak ze waarom degrowth niet tot sociaal-economische ontberingen leidt, maar juist ten goede komt van de gelijkheid en het maatschappelijk welzijn. In het artikel van vandaag reageert ze op degenen die beweren dat we groei nodig hebben om een sociale en ecologische transformatie te financieren.
Degrowth gaat over het creëren van rechtvaardige, zorgzame samenlevingen waarin in iedereens behoeften wordt voorzien, terwijl de totale vraag naar energie- en materialen afneemt. De degrowth beweging roept op tot een economie die niet gericht is op groei van het BBP maar op het voorzien in menselijke behoeften binnen de grenzen van de planeet. Degrowthers benadrukken hierbij dat agnostisch zijn over groei niet genoeg zal zijn, gezien de huidige machtsstructuren en gevestigde bedrijfsbelangen die een groei-economie in stand te houden. Om het gebruik van energie en materialen werkelijk terug te dringen tot duurzame niveaus, moeten de structurele groeiafhankelijkheid uit ons huidige economische systeem worden gehaald.
In het vorige stuk besprak ik de noodzaak om bestaanszekerheid los te koppelen van betaald werk door middel van het invoeren van een baangarantie, een verkorting van de werkweek, en een universeel zorginkomen. Degrowth werkt alleen als het wordt ingezet als een reeks beleidsmaatregelen die het duurzaam, stabiel en rechtvaardig maken. Een discussie over de reorganisatie van de sociale zekerheid voor een degrowth transitie roept vaak de onvermijdelijke vraag op: hoe wil je dit alles betalen als de economie niet meer groeit?
In dit artikel zal ik deze vraag behandelen aan de hand van een aantal inzichten over overheidsschuld en – uitgaven die een steeds populair wordende macroeconomische theorie genaamd Modern Money Theory, of MMT, ons biedt.
De MMT propositie
MMT is met lof omschreven als een “macro-economische theorie waarvan de implicaties diepgaand genoeg zijn om een nieuw maatschappelijk paradigma in te luiden” en “macro-economie uitgevoerd op de juiste wijze“.
MMT-theoretici beginnen met een onderscheid tussen landen die monetair soeverein zijn en landen die dat niet zijn. Wil een land monetair soeverein zijn, dan moet het a) zijn eigen valuta hebben, b) belastingen in dezelfde munt innen, c) alleen obligaties in diezelfde munt uitgeven zonder noemenswaardige leningen van de overheid in vreemde valuta en d) geen gedwongen vaste wisselkoers hebben. Monetaire soevereiniteit is belangrijk omdat controle over de valuta een overheid beslissingrecht geeft over de wijze waarop productiemiddelen worden gebruikt. MMT-theoretici wijzen erop dat regeringen die hun eigen valuta controleren niet als huishoudens zijn. In tegenstelling tot wat neoklassieke economen beweren, hoeven zij hun huishuidboekje “niet in balans te brengen” en hoeven zij geen belasting te heffen, geen staatsobligaties uit te geven of aandelen te verkopen voordat zij staatsuitgaven kunnen doen. Een overheid met controle overhaar eigen munt creëert in wezen nieuw geld wanneer zij dit uitgeeft.
Vanuit het perspectief van MMT worden de overheidsuitgaven niet beperkt door de overheidsschuld, maar door de inflatie. Interessant is dat het onderwerp inflatie vaak ter sprake wordt gebracht door MMT-critici, die beweren dat geld printen onvermijdelijk inflatie zal veroorzaken, omdat er meer geld in de economie circuleert. Toch zijn gangbare neoliberale instellingen zoals de Europese Centrale Bank, uitermate slecht in het voorspellen van inflatiecijfers. De US federal reserve heeft onlangs toegegeven dat zij eigenlijk niet begrijpt wat de inflatie veroorzaakt. MMT, zoals uiteengezet door wetenschappers als William Mitchell, Stephan Williams en Fadhel Kaboub, biedt een alomvattendere en empirisch overtuigende theorie over inflatie.
Volgens MMT kan inflatie worden opgevat als een situatie waarin de vraag naar goederen en diensten de reële productiecapaciteit van een land overtreft. Vanuit MMT-perspectief kunnen overheidsuitgaven dus inderdaad de inflatie aanwakkeren, omdat ze de vraag doen toenemen (meer geld zit achter dezelfde goederen en diensten aan). Maar als de overheidsinvesteringen de productiecapaciteit van het land om maatschappelijk welzijn te vergroten beter benut, dan kan inflatie binnen de perken worden gehouden. Denk aan investeringen in zonnepanelen, verbetering van de gezondheidszorg, geïsoleerde volkshuisvesting, enz. Met andere woorden, er is meer geld voor meer maatschappelijk zinvolle goederen en diensten. Bovendien, als de productiecapaciteit van een land daadwerkelijk zijn grenzen bereikt, kan de inflatie worden beheerst door belastingen, waardoor de overtollige vraag uit de economie wordt gehaald.
Er is echter nog een tweede aanjager van inflatie: geconcentreerde economische macht. Er is veel empirisch bewijs waaruit blijkt dat de inflatie wordt aangedreven door kartels en bedrijven die een monopoliepositie genieten hun prijzen onevenredig verhogen om hun winsten te verhogen, en zich daardoor een groter deel van inkomen toe-eigenen van gewone mensen. We kunnen deze dynamiek op dit moment zien, nu mensen in de hele Europese Unie recordhoge energieprijzen ervaren, terwijl de fossiele-brandstofindustrie recordwinsten boekt.
De oplossing voor dit probleem is eenvoudig: het doorbreken van de ophoping van rijkdom door belastingen en strengere regulering. Dit is sowieso wenselijk aangezien ongelijkheid de klimaatcrisis aanjaagt maar het zorgt dus ook voor dat overtollige vraag uit de economie wordt gehaald, waardoor de inflatie wordt beheerst. Een minder radicale oplossing zijn prijscontroles. Hoe dan ook kunnen monopolieprijzen rechtstreeks door overheidsbeleid worden aangepakt.
Door deze inzichten te combineren, laat MMT zien dat een monetair soevereigne overheid zoveel kan uitgeven als ze wil in maatschappelijk gewenste sectoren van de economie (gezondheidszorg, onderwijs, openbaar vervoer, herniewbare energie) en dat zij overtollige vraag uit de economie kan halen door ongewenste productieprocessen te belasten. Vanuit MMT-perspectief is het doel van belastingen niet om overheidsuitgaven te financieren, maar eerder om vraagoverschotten te verminderen en de concentratie van economische macht te doorbreken.
Het doel van belastingheffing zou niet het financiering van overheidsuitgaven moeten zijn, maar het voorkomen van ophopen van rijkdom aan de top en het doorbreken van de concentratie van economische macht, en hiermee van een buitensporige vraag naar energie en materialen bij een kleine groep.
De klassendynamiek van inflatie
Voor alle duidelijkheid: MMT is een beschrijving van hoe de economie feitelijk werkt, en geen beleidspakket.
MMT inzichten kunnen zowel worden gebruikt voor transformatieve als reactionaire beleidsvoorstellen. De uitdaging is dus om MMT-inzichten te gebruiken voor eco-socialistische in plaats van kapitalistische doeleinden.
Dit betekent een zeker sceptisme tegenover de obsessie van conversatieve partijen met inflatie, die het regelmatig gebruiken als argument tegen hogere lonen en sociaal beleid. Het punt is: inflatie is een verdelingscrisis niet een inkomenscrisis. Waarom? Omdat inkomen in wezen het omgekeerde is van alles wat er in een economie geproduceerd wordt en waar iemand iets aan verdient. Daarom zal er per definitie altijd genoeg inkomen zijn om alle goederen en diensten te kopen en zal er nooit een tekort aan koopkracht zijn in de economie. Wat van belang is, is verdeling. Meer specifiek, een eerlijke verdeling van de koopkracht. Wie kan de goederen en diensten in onze economie kopen?
Een dergelijke visie onthult de klassendynamiek van inflatie: zonder goede sociale regelingen in plaats, zal inflatie leiden tot een situatie waarin de rijken meer te besteden hebben, waardoor hun greep op productiemiddelen toeneemt, wat leidt tot een cost of living crisis voor gewone mensen, zoals we nu zien.
In feite maakt het huidig beleid dat door de Washington consensus wordt voorgeschreven om inflatie aan te pakken de zaken alleen maar erger. Het verhogen van de rentie over de gehele linie vergroot alleen maar de ongelijkheid, leidt tot hogere winsten in de financiële sector en lagere investeringen in de economie, wat leidt tot meer werkloosheid en tegelijkertijd tot lagere lonen vanwege de verslechterende onderhandelingspositie van werknemers. Zelfs mainstream gevestigde tijdschriften zoals Foreign Policy Magazine noemen dit openlijk “klassenoorlog”. Toch is dit precies wat de Europese Centrale Bank en de Federal Reserve nu doen om de snel stijgende inflatie in de Europese Unie en de Verenigde Staten te bestrijden.
Uit dit alles blijkt dat de echte beperkingen van een economie fysiek zijn, niet fiscaal. Er zijn geen excuses voor regeringen om sociaal en ecologisch beleid te vermijden, behalve harde fysieke grenzen, zoals de hoeveelheid beschikbare middelen en de productiecapaciteit om ze te gebruiken. Dit vraagt om gecomiteerd beleid en organisatie in de echte wereld.
MMT en Degrowth
Het spreekt vanzelf dat degrowth vraagt om het aanpakken van gangbare opvattingen die onze huidige economische groeiafhankelijkheid in stand houden. Veel van die opvattingen houden in feite verband met de staatsschuld en de begrotingssaldi van een staat. Het MMT-perspectief laat zien dat als landen monetair soeverein zijn, deze zorgen ongegrond zijn.
Wanneer men de enorme macht van nationale regeringen erkent (in een situatie van monetaire soevereiniteit) om hun economieën vorm te geven en te controleren met behulp van de hefbomen van het monetaire en fiscale beleid, wordt het inluiden van een rechtvaardige degrowthovergang veel haalbaarder dan nu wordt gedacht. Tegen morgen zou elke monetaire soevereine regering genereuze, hoogwaardige universele basisdiensten, een publieke werkgelegenheidsgarantie en een snelle uitrol van hernieuwbare energie-infrastructuren kunnen invoeren. MMT laat zien dat zij nooit kan zeggen dat zij het geld niet heeft om een dergelijk beleid op te zetten.
Credits: Bruno Glatsch, via Pexels creative commons images
Bovendien blijkt uit het begrip van inflatie als een distributiecrisis die de kosten van levensonderhoud voor de meerderheid van de bevolking verhoogt, dat belangrijke beleidsmaatregelen voor ontgroening, zoals het versterken van de commons en het invoeren van universele basisdiensten, in feite een deflatoir effect zouden hebben voor gewone mensen, omdat ze de kosten van levensonderhoud verlagen. MMT’s perspectief op inkomen als het omgekeerde van prijzen, laat zien dat wanneer we het eens worden over welke sectoren van de economie we willen inkrimpen en welke goederen en diensten we nodig hebben om in ieders behoeften te voorzien, er altijd genoeg inkomen zal zijn om alles te kopen wat koopwaar blijft. En wat niet verhandeld wordt, kan natuurlijk verdeeld worden zoals een samenleving zelf verkiest.
De weg vooruit
Aangezien MMT beschrijvend is, en niet prescriptief, is MMT niet inherent pro-groei of post-groei. Maar, zoals Stephen Williams en Samuel Alexander stellen in MMT, post-growth economics, and avoiding collapse, “when MMT is understood, post-growth policy options expand dramatically and become more viable, while the dominant neoclassical model is seen to be a kind of ideological straitjacket”. Dit standpunt werd onlangs herhaald door Christopher Olk, Colleen Schneider en Jason Hickel in hun recente artikel How to Pay for Saving the World: Modern Monetary Theory for a Degrowth Transition.
Degrowth heeft een macro-economische theorie nodig die gebaseerd is op de sociale en biofysische realiteit in plaats van op mythen. Het vereist een correct begrip van geld en de creatie ervan. Het lijkt mij dat MMT precies dit biedt. Het stelt ons in staat verder te gaan dan eindeloze discussies over fiscale beperkingen bij het bespreken van een degrowth-agenda en laat zien dat de ware grens om transformatief beleid in te luiden ons vermogen is om de juiste regelingen in de fysieke wereld te organiseren en in gang te zetten. Laten we ophouden bankiers in de kaart te spelen die ons anders doen geloven.
Dit artikel is gebaseerd op het artikel Degrowth, Decolonization and Modern Monetary Theory gepubliceerd op Resilience.com, geschreven door Chris de Ploeg en Winne van Woerden.